ANALYSE – De politiek in Europa lijkt zijn munt, de euro, momenteel in zijn greep te houden: de opmars gestart in januari tegenover de Amerikaanse dollar lijkt aan stoom te verliezen.
Naast externe factoren zoals de Brexit en de weinig verzoenende woorden van President Donald Trump aan het adres van de Europese Unie, staat de euro vooral onder druk door ontwikkelingen binnen de EU. Die betreffen vooral de politieke onzekerheid in een druk verkiezingsjaar.
Franse verkiezingen: euroscepsis van Le Pen
Marine Le Pen van het Front National trapte haar presidentiële campagne, waarin het uitstappen uit de eurozone en het aanvechten van globalisatie centraal staat, op zondag af. Voornamelijk haar agendapunt om terug te keren naar monetaire soevereiniteit door de euro te vervangen door nieuwe nationale munten had een impact op de euro, die bij het openen van de markten op maandag op 1.0768 noteerde tegenover de Amerikaanse dollar en sindsdien is gedaald richting 1,065 dollar per euro.
Maandag zagen we haar aanvankelijk grootste concurrent, Francois Fillon, zijn excuses aanbieden voor wat hij “de eerlijke verloning van geleverd werk door zijn vrouw en kinderen” noemde. De derde voornaamste kandidaat, de centralist Emmanuel Macron is zijn campagne een dag eerder dan Marine Le Pen begonnen en wordt gezien als de rijzende ster van de Franse politiek. Vooral door het schandaal van Fillon wordt hij momenteel als favoriet beschouwd.
Wie uiteindelijk de sleutels van het Élysée op 7 mei in ontvangst zal mogen nemen is vooralsnog onzeker maar het effect van de uitslag op de euro zal beduidend zijn.
Nederlandse verkiezingen: euroscepsis van Geert Wilders
Voor de Fransen naar de stembus gaan in april (1ste ronde) en mei (2de ronde) vinden de Nederlandse verkiezingen plaats op 15 maart. In het algemeen wordt verwacht dat Geert Wilders van de PVV alleen geen meerderheid zal kunnen vormen. Maar bij grote winst van de PVV kan Nederland het eerste dominoblokje zijn dat valt en momentum geven aan de campagne van Marine Le Pen.
Angela Merkel lijkt ten slotte een strijd te moeten gaan leveren om haar titel als bondskanselier te behouden in september. Martin Schulz, voormalig president van het Europees parlement en sociaal democraat, geniet van een toenemende populariteit bij de Duitse kiezers evenals het populistische AfD (Alternative for Germany).
Naast Frankrijk, Nederland en Duitsland kan Italië zich na het mislukte referendum in december eveneens aan het rijtje toevoegen, met vervroegde verkiezingen dit jaar, waarbij de populistische VijfSterren-beweging van ex-komiek Beppe Grillo als gevaarlijke outsider geldt.
Griekse zorgen
Een oud dossier dat de eurozone weer kopzorgen geeft betreft Griekenland. Het IMF is kritisch over het vermogen van Griekenland om zijn schulden op termijn af te lossen. Dinsdag schoot de rentevoet op de tweejarige Griekse staatsobligatie omhoog richting de 10 procent.
Griekenland dient 1,35 miljard euro af te lossen in april en in de zomermaanden wacht hen een aflossing van in totaal 7,6 miljard euro. Indien het IMF dwarsligt en Europese landen zich tegen een nieuwe ronde van schuldverlichting keren, kan er deze zomer een nieuwe impasse ontstaan rond Griekenland.
Renteverschil staatspapier eurolanden
De best maatstaf voor de onzekerheid die bovenstaande vermeldde politieke evenement teweegbrengen, is het verschil (of ‘spread’) tussen de staatsobligaties van verschillende lidstaten van de eurozone. Als investeerders een hogere rentevoet vragen voor Franse staatsobligaties vergeleken met de Duitse omwille van het risico, weten we dat de onzekerheid toeneemt.
Zo zien we de spread tussen Duitse en Franse staatsobligaties dinsdag op 0,73 procentpunt staan. Tussen Duitse en Italiaanse staatsobligaties bedraagt dit verschil bijna 2 procentpunt. Om dit in context te plaatsen: dit zijn de grootste verschillen genoteerd sinds 2012.
Alhoewel dit alles niet een rooskleurig beeld geeft van de toekomst van de Europese Unie, ergo de koers van de euro, is het belangrijk de macro-economisch cijfers in het achterhoofd te houden.
Zo bedraagt de inflatie van de eurozone 1,8 procent, het hoogste percentage sinds februari 2013. Dit ligt dicht bij het door de Europese Centrale Bank gewenste niveau van 2 procent, maar de ECB zal zijn opkoopprogramma pas versoepelen indien een consistente stijging van de inflatie wordt opgetekend en de ‘kern’ inflatie eveneens een gezonde toename vertoont. ECB-voorzitter Mario Draghi gaf maandag aan dat het economisch herstel in de eurozone toeneemt, maar dat stimulering momenteel nog noodzakelijk is.
Op technisch vlak blijft de koers van de euro tegenover de Amerikaanse dollar hangen tussen een sterke weerstand op 1,0850 en een ondersteuning op 1,0620 dollar per euro. Zolang het ondersteuningspunt niet doorbroken wordt, zal de koers geen eenduidige trend vertonen.
Nicolas Blondeau is afgestudeerd in de toegepaste economische wetenschappen en werkt sinds december 2013 bij IG, momenteel als Premium Client Manager. Hij houdt zich onder meer bezig met technische en fundamentele analyse van valuta, indices, grondstoffen en aandelen. Deze column bevat geen aanbeveling of een advies tot het doen van transacties voor welk financieel instrument dan ook. IG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor handelingen die worden gedaan naar aanleiding van deze analyse en is ook niet verantwoordelijk voor de consequenties.